16. Snorrie Molly

In de lente gaan de meeste poezen op stap. Ook de poes van Elsewientje is nergens te vinden. Molly, zo heet de poes van Elsewientje, is al drie dagen weg. Ze heeft niet eens haar bakje melk leeg gedronken. En dat betekent wat. Melk vindt zij het allerlekkerst. Met grote likken haalt ze het onderste uit haar bakje. Heerlijk, lijkt ze dan te zeggen. Maar  ook vandaag in Molley in geen velden of wegen te zien. Elsewientje is iedere dag gaan zoeken: op de heuvel, in het bos, bij de bloementuin, in de ganzenweide. Nergens was Molly te bekennen. Op eens bedacht Elsewientje dat zij zulke bijzondere peozenoortje had. Net als de oortjes van Molly kon zij ze alle kanten opdraaien. Dat ga ik eens gebruiken, dacht ze. Elsewientje draait haar oortjes in het rond en ze vangt allerlei geluiden op. Ook het geluid van poes Molley. Ze hoort haar miauwen. Maar haar geroep is niet om hulp. Zij miauwt heel zacht en lieflijk. Net zoals Elsewientje wel eens met haar vriendje Bink praat: heel zachtjes en vriendelijk. Zo miauwt Molley ook. Zou ze een poezenvriendje hebben? Elsewientje hoort ui welke richting haar mauwen vandaan komt. Ergen achter de grote schuur waar Elsewientje niet mag komen. Er ligt daar te veel gevaarlijk gereedschap had haar papa gezegd. En vergeet vooral de paarden niet. Je zult zien, nu is Molly juist daar naartoe gegaan.
Nog niet zo lang geleden heeft Elsewientje een rode kater zien rondsnuffelen bij de grote schuur. Ze wist toen niet dat hij het vriendje van Molly was, anders had zij hem wel uitgenodigd. Nu loopt Elsewientje op haar tenen naar de schuur. Ze wil geen kabaal en herrie maken, dan schrikken de katten meteen. Als ze om de hoek van de schuurdeur kijkt, ligt Molly in de poezepootjes van de kater. Ze zijn verliefd tot over hun oren. De rode kater likt de wangen van Molly en zij spint tussen haar snorharen er lustig op los. Snorrie Molly: roept Elsewientje en beide poezen schrikken zich een hoedje. Zodra Molly ziet dat het Elsewientje is, slaakt ze een zucht en valt weer in de pootjes van de rode Kater. Elsewientje laat hun verder alleen in de grote schuur en bedenkt dat het een hele tijd geleden is dat zij Bink heeft bezocht. Dat ideetje bevalt haar wel. Straks na het eten gaat ze op stap naar Bink. Misschien gaan ze dan samen wel naar de grote schuur om naar Molly te kijken. Bink rijdt al paard, hij mag de schuur vast wel in, denkt Elsewientje. Als 's middags de boterhammen op tafel komen zit Elsewientje al meer dan een tien minuten aan tafel. Dat verrast ook haar mama. Zolang al aan het wachten op de boterham? Elsewientje verteld van Bink en Molly en de rode kater. Mama lacht en zegt nou vooruit met Bink mag je de schuur wel in. Die middag was een gezellige middag. Molly en de rode kater waren nog steeds verliefd. Bink en Elsewientje keken ernaar alsof het een film was. De paarden waren ook heel stil. Zij begrepen al lang dat hier een echte vriendschap gesloten werd.