18. Tentenkamer

Lang, heel lang heeft Elsewientje lopen zeuren. Ze wilde in een tent slapen. Maar wie haalt het nu in z'n hoofd om in de koude januari-maand in een tent te gaan slapen? En waarom wilde Elsewientje dat zo graag? Eindelijk stemde haar papa er in toe dat Elsewientje toch mocht kamperen. Waarom ze dat zo graag wilde had niemand gevraagd. Het had even geduurd maar toen vertelde ze het haar vriendje Binky. Elsewientje wilde alle dieren die zij in het bos had gesproken een warm bedje bieden. Sommigen waren al in winterslaap. Anderen moesten sappelen om door de winter te komen. Er was nauwelijks voedsel te vinden. Als het maar even gesneeuw had, dan was het meteen afgelopen. Dan was alle voedsel bedekt met sneeuw. In het bos hingen geen vetbollen of voedsel-containers zoals rond het grote huis. Elsewientje had medelijden met alle dieren en bleef daardoor maar zeuren. Ze vertelde niet wat haar plan was maar wilde perse een tent. Dan wel op haar slaapkamer, die was groot genoeg. Mama had een klein zomertentje van de grote zolder gehaald en samen met Binky, haar vriendje had Elsewientje de tent opgezet. Heerlijk om in de tent te slapen vond ze. Haar warme dekbed en een klein bedlampje maakte het juist gezellig. Nu nog de dieren ophalen...
Het was zaterdag-morgen heel vroeg, wel vijf uur in de ochtend, dat Elsewientje haar jasje over haar pyama aan deed en het koude winterweer in stapte. Haar vader en moeder lagen nog te slapen. Het was nog steeds schemerig. Snel zou het lichter worden, dus er was geen tijd te verliezen.
Ze rende naar het bos en riep en floot en klapte in haar handen. De dieren in het bos herkende het geluid meteen en kwamen rennend en galoperend op Elsewientje af. De dasfamilie, drie eekhoorns, de kleine ree, een wilde kat, zes everzwijntjes, achtendertig pimpelmezen en het edelhert. Ook meneer de egel was van de partij en kwam schuifelend aangewaggeld. Alleen de dieren die echt in winterslaap waren, hoorden Elsewientje niet. Zacht heel zacht liepen ze allemaal het grote grasveld over. De grassprieten kraakten onder hun voeten en hoeven. Op hun tenen liepen ze de trap op en doken met z'n allen in de kleine gezellige tent. De tent was wel erg klein. Het gewei van het edelhert stak bijna door het doek en de pimpelmezen konden nauwelijks een plekje tussen de zes zwijntjes vinden. De familie das rolden zich op als hoofdkussen voor de wilde kat, terwijl de eekhoorns ruzie kregen met meneer de egel omdat hij zo stekelig was. Nadat iedereen z'n plekje had gevonden en Elsewientje weer in haar bedje lag, ging de wekker af. Tijdens het ontbijt zorgde Elsewientje voor extra eten, zodat de logees in de tent ook hun buikje rond konden eten.
Het duurde tot laat in de avond voordat papa de logees ontdekte. De koppen en gezichtjes van alle dieren staken zo zielig uit de tentingang dat papa zijn hand over zijn hart haalde en ze allemaal nog een nachtje mochten blijven. Toen het weer een beetje warmer werd, stapten ze een voor een weer naar het bos. Het nachtje was een weekje geworden en de lange week duurde twee maanden. Zo'n papa toch...