47. Slingeren

Wat een wind, wat een woei. Echt herfst vindt Elsewientje. Wind hoort bij de herfst, dan kunnen de blaadjes van de bomen  er snel vanaf vallen.  Volgende week zal papa wel alle bladeren moet vegen. Het gras mag natuurlijk niet worden bedekt met alleen maar bladeren. Terwijl Elsewientje zo om zich heen kijkt in de tuin hoort ze vlakbij een grote dennenappel vallen die neem ik mee naar huis, zegt ze tegen zichzelf.

Op de grond liggen er nog veel meer. De dennenappels hebben allemaal schubben. Daar kan ze papiertjes in stoppen. Papiertjes van verschillende kleuren en met verschillende tekeningen erop. Als ze thuis komt vraagt ze aan haar mama draad op ze in haar kamertje op te hangen. Het wordt een feestelijke slinger van kleurige dennenappels. Een echte herfstslinger. Mama helpt haar met de slinger en de papiertjes. Elsewientje kan al schrijven... ze schrijft  op ieder papiertje ook een klein woordje: papa, mama en lief... oh ja en opa en oma.... poes dat was een moeilijke!

Kus dat is gemakkelijk. Dan hou je gewoon je lippen tegen het papier. Dat is toch ook een kus.

Als,de slinger klaar is hangt papa hem op. Hij is wel zo groot dat er wel honderd dennenappels aan zitten. En als ze savonds in haar bedje ligt dan hoort ze met haar poezenoortjes  al deze dennenappeltjes juichen en zingen. Ze maken er een feest van, want ze liggen niet in de koude aarde van de tuin en hebben nu allemaal een briefje tussen hun schubben. Het lijken wel warme mutsjes. Met die gedachten valt Elsewientje in slaap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten