Het woei, en woei en waaide.
De wind rukte aan alle bomen en alle planten. Wakker worden! riep de wind.
Wakker worden! het is bijna lente. De bomen stonden nog wat te dutten. Ook zij
waren in winterslaap gegaan. Maar nu de wind zo hard aan hun takken rukte, moesten
ze wel wakker worden. Ook Elsewientje ging altijd in het voorjaar de bomen
wakker maken. Ze klopte op de stam van de boom een riep dan heel hard, wakker
worden, wakker worden! Alle knopjes aan de takken en aan de planten sliepen nog
een beetje. Als zij niet wakker worden dan zouden ze het lentestraaltje
missen.
Vroeg in de lente komt
soms heel even een zonnestraaltje door de wolken naar beneden. Haar warme
lippen kusten dan de knopjes aan de takken. Als dat gebeurde, sprongen zij van
blijdschap open. Als ze nog zouden slapen, dan misten ze het lentestraaltje en
de blijheid van hun ontmoeting. Elsewientje kende die blijheid omdat haar
poezeoortjes de knopjes hoorde juichen. Als Lentestraaltje hen kusten was het een
blij juichen van jewelste, blijde roepjes, en juichende kreetjes van plezier.
Ohhh, haaaa, hiiii, riepen ze dan en plotseling zag je hun blaadjes openkrullen
om nog meer zonnestraaltjes te kunnen krijgen.
Nu zo vroeg in de lente
staat de zon heel laag aan de hemel daardoor kan Lentestraaltje snel even
langskomen. Maar in de schaduw van het grote huis was het donker. Ook daar
stonden veel bomen. Die konden Lentestraaltje niet ontmoeten. Elsewientje vond
dat heel zielig en heeft daar wat op bedacht. In de oude schuur staat een grote
spiegel, dacht ze. Ze zet die op precies de goede plek in de tuin. De spiegel
weerkaatst direct de zon een andere kant op. Weerkaatst het licht regelrecht naar
de schaduw. Het spiegelbeeld van de zon maakte de schaduw lichter en ook de
knopjes van die bomen konden zo Lentestraaltje ontmoeten en ze kusten haar dat
het van belang was. Vanaf die dag zie je een groene sluier over het bos hangen
als teken dat de Lentestraaltje op bezoek is geweest en de lente echt in
aantocht is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten