Nu het bijna zomer wordt, bloeien al heel
wat bloemen. In het perkje voor het grote huis van Elsewientje staan hele
bijzondere planten te bloeien. Heel veel Kattensnorren laten zich mooi in de
zon zien. Hun rose bloemblaadjes hebben grote snorren, echt waar. Als je
de geur wilt opsnuiven dan kriebelen ze in je neus. Elsewientje met de
poezenoortjes wilde buiten gaan spelen. Ze komt nog niet de deur uit of de
Kattensnorren roepen haar al. Ze weten dat Elsewientje hun kan
horen. Ze hebben wel vaker met haar gesproken. Maar nu is het echt nodig.
'Elsewientje, kom eens gauw.' Meteen snelt Elsewientje naar het perkje en
begroet alle Kattensnorren. Ach jongens, wat is er aan de hand?
We hebben zo'n dorst. Het wil maar niet
regenen en onze snorren hangen helemaal naar beneden. Op het moment dat ze
zo klagen, komt Binky, het vriendje van Elsewientje, aangelopen. 'Hé,
Elsewientje, wat is er aan de hand,' roept Binky. Elsewientje vertelt van de
snorren en van de regen, die maar niet komt.
'Dat ken ik wel,' zegt Binky, 'Vooral de mei-regen is goed voor de
snorren. Daar groeien ze heel hard van. Mei-regen daar groeit je haar van, zegt
mijn vader altijd. Dus zullen de snorren dan ook wel lang worden. Net zo lang
als van een Chinees...'
'Hah, Ha,' Elsewientje moet hard lachen. 'Groeit je haar harder
van mei-regen? Dat geloof ik niet'
'Ja, ja, ja,' roepen alle Kattensnorren in koor, 'heerlijke
mei-regen, dat willen wij.'
Elsewientje kijkt er vreemd van op. Ze heeft er nog nooit van
gehoord dat mei-regen je haar langer laat groeien.
'Ja, zegt Binky tegen Elsewientje, 'Jij hoeft niet in een
mei-regentje te lopen, want jij hebt al heel mooi en heel lang haar. Maar
misschien krijg je er wel een snor van.' Beide rollen om van het lachen.
Elsewientje een snor, nee dat wil ze zeker niet. En op het moment dat
Elsewientje en Binky over het gras rollen-bollen begint het heel zachtjes te
regenen. Alles Kattensnorren beginnen van genot te spinnen en ze hopen allemaal
dat hun snorretjes heel lang worden.