Het is herfst. De
bladeren vallen en tussen de bladeren schieten de paddenstoelen omhoog.
Elsewientje wilde zo graag luisteren naar de verhalen die de paddenstoelen
kunnen vertellen. Haar poezeoortjes waren heel ongeduldig, ze draaiden keer op
keer in het rond. Zodra Elsewientje het grote huis uitkomt, ziet ze Binky
aankomen. Haar vriendje loopt zich te vervelen. Hij weet niet wat hij moet
doen. Als hij Elsewientje ziet klaart zijn gezicht op. Jotem, joh gaan we samen
spelen? Wat wilde jij gaan doen? Wil je naar het bos? Of de berg op?
Je moet niet zoveel
vragen, zegt Elsewientje, dat onthoud ik allemaal niet, hoor. Ik wil het bos
in, kijken of de paddenstoelen geluid maken of misschien wel met elkaar praten.
Samen lopen ze door de
gevallen bladeren het bos in. Het ruikt heerlijk en de zon schijnt ook nog een
beetje tussen de takken door. De eerste paddenstoel die ze tegenkomen is bruin
en Binky schopt de paddestoel meteen kapot.
Ohoooo, wat doe je nou, zegt
Elsewientje. Hij leeft... net als jij. Dat doe je toch niet. Stel je voor dat
ik jou ga schoppen... dat is toch niet lief... en ook niet stoer hoor. Als jij
zo doet dan wil ik je vriendinnetjes niet meer zijn. Binky kijkt sip en pakt de
paddenstoel voorzichtig op. Samen zetten we hem weer netjes op zijn pootje.
Je schopt toch ook een
gesneden brood uit de supermarkt niet zomaar weg...zegt Elsewientje, Dit is het
brood voor eekhoorntjes. Eekhoorntjes brood.
Terwijl Elsewientje dat
zegt, gaan Binky en Eselwientje op een afstand achter de struiken kijken wat er
met de paddenstoel gebeurt. Zou die nog leven? Zou die nog gaan praten?
Plotseling zien ze drie eekhoorntjes die hun boom verlaten en aan naar de
paddestoel gaan om te ontbijten. Ze zitten rond de paddenstoel een knabbelen
alle drie aan een eigen kant.
Hun kleine
knabbeltandjes knabbelen ze de paddenstoel helemaal op. En als ze hun buikjes
hebben rond gegeten, gaan ze ieder weer een boom in en liggen ze alledrie te
snurken op een tak. Elsewientje en Binky kijken op een afstand toen wat er
gebeurt. Elsewientje haar oortjes draaien heel erg in de rondte. Door al dat
gesnurk hoort ze niets meer. Geen gekreun van de bomen, geen gepiep van de
muizen, en geen gepraat van paddestoelen. Samen lopen ze naar huis en terwijl
Elsewientje tegen Binky zegt: He Bink, ik vindt het heel lief dat je de
paddestoel weer op z'n pootje hebt gezet. Je bent een goede vriend. Binky zucht
ervan en samen lopen ze hand in hand het bos uit.