Als je heel goed
luistert, dan hoor je de regen bij Elsewientje tegen het raam tikken: plits,
plats plets.
Elsewientje kijkt naar buiten.
De regen maakt geluid: plits, plats, plets, ze trommelen tegen het raam. En na
het trommelen lopen de waterdruppeltjes naar beneden.
Elsewientje wil naar
buiten, zeheeft geen zin in spelletjes en spelen. Nee, naar buiten. De
regendruppeltjes roepen haar, plits, plats plets, lekker geklets...
Voor ze naar buiten rent,
trekt ze nog snel haar laarsjes aan. En dan staat ze daar in de regen. Ze houdt
haar handjes open. Ze voelt zo'n drupje in haar hand vallen plits, plats, plets.
Op straat zie ze de
regendruppeltjes zelfs dansen. Zo'n druppel petst dan heel hard op de grond, die
doet dat zo hard dat hij daardoor vreemde kringetjes maakt. Het lijken wel kop-
en- schotels... Alsof de kop-en-schoteltjes een dansje maken. Elsewientje wil
de regen graag wat vragen. 'Hallo, zegt ze. Hallo, horen jullie mij wel.’ Haar
poezenoortjes draaien weer alle kanten op. Overal hoort ze dansende
regendruppeltjes zingen. ‘Hé, hallo. Vertel mij eens wat jullie dansen en
zingen? Horen jullie mij wel?'
Plotseling hoort ze een
klein stemmetje. ‘Hi, ha hup, ik ben Grup, de regendrup, ik doe de grote Blup,
het is onze dans, de regendans... hup hup Blup drup, hup ik dans de Blup.’
‘De Blub, een regendans?’
roept Elsewientje, ‘een regendans doen wij nooit op school’.
Vaak mogen de kinderen
in de klas van Elsewientje een dansje maken. Zo tussendoor, als ze zin hebben,
vind de juf dat goed. Maar een regendans... dat hadden ze nog nooit gedaan.
‘Die is zeker heel
moeilijk,’ zegt Elsewientje tegen Grup.
'Nee hoor,' zegt Grub,
'je springt gewoon heel hoog op, en steeds opnieuw. Dat doe je in een plasje
water. Als je dat dan oefent en heel lang dans, dan dans je regen, een
regendans.'
Elsewientjes
poezenoortjes draaien in het rond. 'Kan ik dan zomaar dansen in een plas?'
‘Ja hoor, niets aan.’
Elsewientje wil het wel
eens proberen. Ze ziet een mooi grote plas en springt dan heel hard in. Haar
laarsjes en haar oortjes worden nat. Ik lijk nu net een natte
kat, dat wordt straks vast heel lang in bad. Denkt ze nog. Als Elsewientje zo
aan het dansen is, merkt ze dat ze net als Grub ook kop-en-schotels maakt. Van
die hele grote. Terwijl zij zo staat te dansen komt haar mama aangerend. Ze
heeft haar regenhoed op. Kind, kind, kind zegt ze. Wat doe je toch! Dit is toch
veel te koud. Kom snel naar huis dan stop ik je warm in bad. Sinds die dag als
Elsewientje een kopje thee drinkt, denkt ze aan Grub en de Blub. De regendans
van kop-en-schoteltjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten