Het heeft gesneeuwd. De afdrukken van poezenpootjes liggen als kleine kommetjes in de sneeuw. Elsewientje staat te trappelen om naar buiten te gaan. Heerlijk in de sneeuw spelen. Ze wil een grote sneeuwpop maken. Maar geen gewone sneeuwpop. Niet met zo'n wortel als neus. Nee, ze wil een sneeuwpoes maken, een hele grote. Haar eigen poezen-oortjes draaien weer alle kanten op als ze buiten loopt. Ze hoort niets. Het is zo stil in de sneeuw. Plotseling hoort ze een heel hoog stemmetje. Als zij goed luistert dan hoort ze gegiechel en gegrap. Het zijn de sneeuwvlokjes die pardoes naar beneden vallen, zomaar uit een wolk boven het grote huis waar Elsewientje woont. Heel veel sneeuwvlokjes lachen zich een hoedje. Ze vinden het fijn om niet in de wolk te moeten blijven. He, zegt Elsewientje, vinden jullie het fijn als ik een sneeuwpoes van jullie maak? Nou, dat wilden die sneeuwvlokjes wel. Kijk, zegt Elsewientje, als ik jullie beetpak en jullie houden elkaar stevig vast dan wordt het een mooie stevige sneeuwpoes. Alle sneeuwvlokjes deden hun uiterste best en Elsewientje werkte heel hard aan haar sneeuwpop, oh nee... sneeuwpoes natuurlijk. Alle sneeuwvlokjes rolden over het veld om een grote bal te worden. Het waren wel honderdduizend vlokjes. Ze hielden elkaar goed vast. Na een poosje had Elsewientje een prachtige sneeuwpoes gemaakt. Met een hoge rug en hij had een lange staart. Maar er miste nog wat... Een zwarte neus ben ik vergeten, dacht Elsewientje. Na lang nadenken en veel zoeken zag ze een dennenappel liggen. Omgekeerd, met het kontje naar voren leek het net de natte neus van Minette, de huispoes van Elsewientje. Nog een flinke klap op de dennenappel en die zat stevig in de sneeuw. Toen Elsewientje klaar was, vroeg ze alle sneeuwvlokjes een mauwgeluid te maken. Een geluid als van een echte poes. Dat wilden ze wel. En alle honderdduizend sneeuwvlokjes mauwden tegelijk. Wat er toen gebeurde... Minette had het gehoord en sprong met een grote aanloop boven op de sneeuwpoes waardoor alle sneeuwvlokjes zo schrokken dat ze elkaar loslieten. Minette lag midden in een hoop sneeuw te spartelen. Elsewientje hoorde Minette bijna huilen en sprong haar gauw te hulp en legde haar Minette in het grote huis, dicht bij de haard, te drogen. Nee, ze hoefde niet aan de waslijn te drogen, had Elsewientjes moeder gezegd. Voor de haard is het lekker warm en is ze zo droog. Opgewonden vertelde ze haar moeder van de sneeuwvlokjes, de dennenappel en de brutale Minette en van het grote avontuur dat ze samen beleefden toen de vlokjes zo schrokken.
41. Sneeuwpoes
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten