Het is prachtig weer om het bos in te gaan. Elsewientje wil graag op zoek naar paddenstoelen. Niet van snoepen hoor, had haar moeder gezegd, alleen maar naar kijken. Dat wist Elsewientje wel. Paddenstoelen moet je alleen maar naar kijken. Zij zijn voor de eekhoorntjes of misschien wel voor andere diertjes in het bos. Sommige kleine beestjes kunnen er onder schuilen als het regent. Het zijn dan paraplues of schuilhuisjes.
Als Elsewientje het bos inloopt ziet ze meteen al aan de voet van een grote boom een hele grote paddenstoel staan. Met haar poezenoortjes die heel snel in het rond draaien luistert ze of er een diertje in de buurt is. Nee, ze hoort geen dieren geluiden, maar ze hoort wat anders.
‘Ahum, ahum ja meisje dat ben ik.’
Elsewientje kijkt verwonderd naar de paddenstoel. ‘Spreekt u nou echt?’
‘Ja, meisje , ik ben het , Paddy Parasol. Ik ben een hele grote voornam paddenstoel waaronder je kunt schuilen als het regent en slecht weer is. Dat kun je zien aan mijn kraag. Ik heb mijn kraag hoog op, want ik heb het altijd koud.’
Dag, Paddy, leuk dat jij kunt praten. Vertel eens een parasol is toch tegen de zon.’
Dat klopt, lieve kind, maar in de herfst regent het zo vaak dat je een parasol ook als paraplu kunt gebruiken. Daarom ben ik een bijzondere paddenstoel en altijd nuttig. Een voorname paddenstoel met een kanten kraagje. Ze noemen mij ook wel freule Paddy.’ Elsewientje vraagt: ‘Freule Paddy, dat is gek, bent u dan van adel?
De freule zucht en fluistert: ‘Iedereen in het bos is van adel, lieve kind. Iedereen is van hoge komaf. Alle zaden, eikels en kastanjes vallen van heel hoog op de bosgrond, van hoge komaf dus.
‘Blij u ontmoet te hebben, als het regent dan kom ik bij u schuilen, hoor.’
Ha, ha, ha kind toch. Dan is het hier zo druk dan kun je er nog nauwelijks bij, maar ik zal een plaatsje vrij houden, speciaal voor jou.
En zo gebeurde het dat Elsewientje in het bos altijd een schuilplekje had als het regende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten