07. Mierenmannetje

Vind jij mieren ook zo leuk. Ze lopen zo hard ze kunnen om hun werk te doen. Elsewientje kende wel een paar mieren uit de tuin, maar echte bosmieren had ze nog nooit gezien. Tot op die ene dag dat zij weer eens in het bos achter het grote huis aan het spelen was. Plotseling zag ze een grote rij mieren achter elkaar in de pas lopen. Het was alsof ze naar school gingen, zo keurig liepen ze in de rij.
Elsewientje volgde de lange rij en liep steeds verder het bos in. Nee, verdwalen kan ze niet want ze weet hier heel goed de weg. Het is het bos van haar mama en papa. Opeens zag ze een grote heuvel in het bos. Niet zo dichtbij het pad maar echt tussen het kreupelhout. Een bruine heuvel van allemaal sprietjes, strootjes en dennennaalden. De rij mieren liep daar regelrecht naar toe. Ook Elsewientje stapte over de struiken en stammen, de nollen en eikels totdat ze bij de mierenhoop kwam. De hoop leek nu wel een berg, zo groot was die. Ze wilde wel even voelen hoe zacht die was… Haar vingertje raakte bijna de berg aan toen een grote groep mieren op hun achterpoten druk stonden te gebaren. De wonderlijke poezenoortjes van Elsewientje deden het goed. Ze draaiden precies in de richting van de groep mieren en zij hoorde hen roepen.: ‘Niet doen, niet doen, dan stort de heleboel in elkaaaaar.’
Elsewientje ging op haar hurken zitten en sprak de hoofdmier aan: ‘Zeg jij, wat is er aan de hand?’
‘Zeg jij, zeg jij, weet u wel wie ik ben? Ti-tí … Ti-tí … Ti-tí …Ik ben de koningin, de koningin van deze kolonie en ik zeg u, dat u een grote fout maakt. We hebben alle strootjes met heel veel moeite kris-kras op elkaar gelegd. Ti-tí … Ti-tí … Ti-tí …Als je daar aankomt stort de burcht in. Er leven veel ‘Hoopgenoten’ in deze mierenhoop en bij instorting komen ze allemaal zonder huis te zitten. Ti-tí … Ti-tí … Ti-tí …’
‘Sorry, majesteit,’ zei Elsewientje, ‘ik wist niet dat dit kon gebeuren. Sorry.’
‘Ja,ja dat is wel genoeg. Ti-tí … Ti-tí … Ti-tí …Wilt u soms een kijkje nemen, want wij zijn met velen?’
Dat wilde Elsewientje wel en door haar eerdere ervaringen in het bos dacht ze dat ze zo de mierenhoop in kon lopen.
‘Ho, ho… dat gaat niet hoor. U bent veel te groot. Ti-tí … Ti-tí … Ti-tí …Nee wij hebben er iets op gevonden een ‘peris-coop’.
‘Een bioscoop?’ vroeg Elsewientje.
‘Nee, een peris-coop, daarmee kun je in de mierenhoop kijken zonder er in te gaan.’
Nog nooit van gehoord,’ zei Elsewientje, ‘Kom maar op met uw peristopoooop.’
Meteen kwamen een mierenmannetje met een rietje aangedragen. Het leek wel een limonade rietje, maar er was nog iets geks aan. Het was zwart en je kon er niet aan zuigen. Nee het was echt een apparaat. Het mierenmannetje stopte de periscoop in de berg en Elsewientje kon er zo door kijken.
Wat ze toen zag, was onmogelijk. Een hele wereld… het leken wel kleine mensjes, iedereen had een eigen taak. Terwijl Elsewientje keek vertelde het mierenmannetje dat er meer dan 50 verschillende soorten mieren zijn. Zij waren de zwartrug-bosmieren en ieder had zijn eigen taak. Er waren ook soldaten. Die soldaten kon je herkennen aan hun harde helm, hun brede kaken en hun ……. Hier om haar heen stonden de soldaten. Die gaan vechten als ze de berg stuk zou maken.
Er waren verkenners, die moesten de omgeving verkennen op gevaar of voedsel of bouwmaterialen. Zij waren het ook die Elsewientje het eerst hadden gezien. Er waren ook keukenhulpjes, schoonmaaksters, en kinderverzorgsters bij. Dat laatste vond Elsewientje wel het mooiste om te zien. De kleine miertjes werden gewiegd en gewogen; te eten gegeven en schoon geschrobt. Heel veel kinderverzorgsters zag ze door de  periscoop. Een klein miertje zwaaide naar Elsewientje. Die had het oogje van Elsewientje in het rietje gezien. Elsewientje zwaaide terug, maar dat zag de kleine niet. Na al dat wonderlijks dankte Elsewientje het mierenmannetje en de majesteit. Ze boog naar de soldaten en lachte hen vriendelijk toe. ‘Loopt u maar mee,’ zei de langste soldaat en in grote passen liepen zijn kameraden voor Elsewientje uit, tot ze weer op het pad gekomen was. Wat een mooie wereld, dacht ze nog en zwaaide de soldaten ten afscheid.

Toen ze langs de lange rij mieren terug liep naar huis, zag zij hen allemaal zwaaien in een mooie wave, een golfbeweging die ze nog lang herinnerde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten